Patronen en overtuigingen

Hieronder volgt een voorbeeldcasus.

J. (54) is een goedlachse vrouw die op een administratiekantoor werkt. Haar werk bestaat uit het digitaliseren van documenten, notuleren van vergaderingen en het verzorgen van de middaglunch.

Een baan met taken die haar op het lijf geschreven zijn. Zij is de spil waar het kantoor (12 man) om draait. ‘s Morgens na het openen van kantoor, maakt zij zich op voor het werkoverleg. Ondertussen heeft zij de verwarming aangezet, de planten water gegeven, de luxaflex opgetrokken, koffie/thee klaar gezet en voor flesjes water met glazen gezorgd.

Het valt inmiddels niemand meer op, maar alles is in kannen en kruiken.  

Na het overleg werkt zij de notulen uit en is het tijd voor de lunch. Eerst boodschappen doen.

J. weet ieders voorkeuren inmiddels en tovert, zoals altijd, weer een smakelijke lunch op tafel.

Na de lunch ruimt ze af, vult de vaatwasser in en zet ze nieuwe koffie.

Niemand ziet dat de lunch van J. zelf, er bijna dagelijks bij inschiet, omdat zij ‘weer door moet’. Tussen neus en lippen door eet ze een van huis meegenomen boterham.

Aan het eind van de dag wacht nog een schoonmaakronde, de werkplekken: toetsenborden reinigen, de monitor en de bureaus. En nog even de bloemen verzorgen.

J. krijgt regelmatig complimentjes van de collega’s. Dat vindt ze fijn, maar ze merkt wel dat het werk haar steeds zwaarder begint te vallen. Moet ze iets veranderen? Wat dan? Zij zorgt toch voor iedereen? En iedereen rekent toch op haar?

De laatste tijd heeft J. thuis last van hoofdpijn en grote vermoeidheid. Ze besluit naar de huisarts te gaan om deze klachten met hem te bespreken. De arts constateert dat J. zichzelf aan het uitputten is en adviseert het een periode rustiger aan te doen. Voor de hoofdpijn adviseert hij Paracetamol.

J. probeert zich de periode daarna aan het advies te houden. Als blijkt dat de klachten niet afnemen, maar eerder versterken gaat zij opnieuw naar de huisarts.

Samen bespreken zij de mogelijkheid om naar een coach te gaan die haar kan helpen om te gaan met haar overtuiging dat de ander eerst geholpen moet worden en dat zijzelf daarná pas aan de beurt is.