Werk en privé

Hieronder volgt een voorbeeldcasus.

P. (37 jr) werkt in de non-profit sector, is getrouwd en is net vader geworden van een tweeling.

P. werkt in het middel management en wil graag hogerop komen. In zijn team is hij geliefd om zijn zorgzaamheid en invoelend vermogen. Hier stopt hij veel tijd in. De resultaten van het team zijn goed. Het hoger management roemt P. om zijn empathie, maar stuurt aan op efficiënter werken waardoor de afdeling op hoger niveau gaat functioneren. Dit is in het werkoverleg al enkele malen ter sprake gekomen. Bovendien is er een reorganisatie op komst. P. realiseert zich dat hij daadkrachtiger moet gaan handelen.

De zwangerschap heeft veel spanning veroorzaakt tussen zijn vrouw en hem en heeft effect gehad op zijn handelen binnen het werk. Zijn teamleden hebben hem echter gesteund.

De zwangerschapsperiode begon voorspoedig. Door allerlei fysieke ongemakken werd zijn vrouw voortijdig opgenomen in het ziekenhuis. P. heeft haar steeds terzijde gestaan en holde vanuit het werk meteen naar het ziekenhuis. Door de duur van de opname en de druk op het werk liepen de spanningen op. Tijdens de ziekenhuisbezoeken sprak P. veel over de op handen zijnde reorganisatie en zijn doorgroeimogelijkheden. Zijn vrouw probeerde hem te steunen en bood een luisterend oor maar had ook haar eigen behoeftes waarvoor ze hem nodig had.

Na de geboorte, die traumatisch is verlopen, is de thuissituatie nog onstabiel. P. doet wat hij kan, maar laat ook wel eens verstek gaan als het gaat om de dagelijkse zorg. P. voelt zich hier schuldig over, maar hij voelt zich ook loyaal aan zijn team.

Zijn vrouw is lichamelijk nog niet volledig hersteld. Ze krijgt hulp van haar jongere zus voor het huishouden en de boodschappen. Die hulp is meer dan welkom.

Op het werk is de reorganisatie inmiddels een feit. P. is gepasseerd en daarover zeer teleurgesteld. Thuis vindt hij niet voldoende gehoor voor zijn miskenning en voelt hij zich niet gesteund. Zijn vrouw ervaart echter hetzelfde.

Beiden ervaren echter een gemis bij de ander. De balans is verstoord en erover praten lijkt niet te lukken. Ze zijn (te veel) bezig met de eigen zorgen en het gemis van de ander in de ondersteuning. Het gevoel van ‘er samen voor staan’ wordt niet meer ervaren. Het stel weet deze kloof niet te overbruggen en raakt in een crisis. Na een periode van relatietherapie gaat P. hulp zoeken bij een coach.